• 
  
• 500 g radicchio (2-3 stronkjes)
• 2 eetlepels extra vergine olijfolie
• keukenzout, zeezout en versgemalen zwarte peper
• 250 g volkorenpasta, bijvoorbeeld penne
• voor de pesto
• 75 g walnoten, gehakt
• 2 handenvol verse salieblaadjes

• 50 g Parmezaanse kaas of een veganistisch alternatief, geraspt + meer voor aan tafel
• 2 teentjes knoflook, grof gehakt
• zeezout
• 1 eetlepel rasp van een biologische citroen
• 1 eetlepel sap van een citroen
• 125 ml extra vergine olijfolie

Verwarm de oven voor tot 220 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.

Vul een grote pan met ruim water met zout en breng aan de kook. Snijd de radicchio in de lengte doormidden, en snijd elke helft in 3 of 4 partjes. (Bewaar losse blaadjes voor in een salade.) Als het water kookt, laat je er een paar radicchiopartjes per keer in vallen, blancheer ze 1 minuut. Gebruik een schuimspaan om ze eruit te halen, laat ze goed uitlekken. Leg ze op de bakplaat en bestrijk ze met olijfolie. Rooster de partjes 10 tot 15 minuten, tot het stoom eraf komt en de randjes verkleuren. Haal ze uit de oven en houd ze warm.

Kook de pasta zoals je gewend bent. Giet af en schep door met een paar druppels olie. Houd warm.

Maak intussen de pesto. Pureer alle ingrediënten in de keukenmachine of met een staafmixer tot een dikke maar schepbare saus - voeg meer olie toe als de saus te dik is.

Schep de helft van de pesto door de pasta en in een warme serveerschaal. Leg de radicchio op de pasta en schep de resterende pesto erop. Serveer meteen, eventueel met wat fijngeraspte Parmezaanse kaas erover.